top of page

Over de oude vlasbewerking van vlas tot linnen.

Zaaien, plukken, drogen, repelen, roten, drogen, brakelen, zwingelen, spinnen, weven.

Het vlas wordt vooral geteelt om het vlaslint dat op de stengel groeit. Dit wordt na vele bewerkingen linnen, wat gebruikt wordt in de weverijen (vooral in China) waarna er vervolgens kleding, linnen lakens, doeken etc. van gemaakt wordt. Een tweede produkt van de vlasplant zijn de zaadbolletjes die het lijnzaad bevatten. Dit na een prachtige bloei met het blauwe bloemetje. Als het vlas getrokken is wordt de groene plant eerst gedroogd op het land en vervolgens gerepeld (van de zaadbolletjes ontdaan).

Daarna moet de stengel roten door dauwroten of warmwaterroten.

Dauwroten: vlas wordt op de grond gespreidt en door zon en water wordt het vlaslint van de houtachtige stengel losgeweekt.Tussendoor moet het gekeerd worden om aan beide zijden te roten.

Warmwaterroten: vlas wordt in een betonnen bak gestopt (rootbak) en gevuld met warm water om het rootproces te versnellen.


Als het vlas geroot is wordt het weer gedroogd en dan kan daarna het zwingelproces (het vlas van de stengel scheiden) aanvangen. Om het zwingelen te bespoedigen wordt de vlasstengel eerst gebroken met de brakel zodat de stengel al in vele stukjes gebroken is. Met het zwingelen worden de houtresten uit het vlas geslagen.

Het vlas wordt na het zwingelen gehekeld (zeer fijn gekamd) en gaat dan naar de spinnerijen en weverijen, waarna het uiteindelijk zal dienen om linnen kleding, doeken etc. van te maken.

bottom of page